BILLIE BOFKONT VERTELT... (23)

RODE POES
Nou het zit zo, zegt Spook. Mijn moeder voelde zich niet veilig meer op de Volkstuinen. Toen ze op zoek ging naar een andere plek, kwam ze hier terecht. Dat was in 1996. Maar er was een probleem. Ze kwam een ander katje op het erf tegen. Stinkwijfje. Dat werd een enorm gevecht en mijn moeder won.

Daarna is ze bevallen van 3 rode en 1 grijs poesje. Daar in die hoek. Helemaal verstopt achter een grote stapel troep. Toen die kleintjes opgroeiden dronken ze regenwater en ze aten ratten en muizen. 't Schijnt dat Dafne ze bij toeval ontdekt heeft, toen ze een keer iets uit de schuur moest hebben. Ze heeft toen meteen melk en eten gebracht.

 

 

Hoe oud waren die kleintjes toen? vraagt Aagje. Volgens mijn moeder een week of 5, antwoordt Spook. Ze waren heel erg schuw, trouwens mijn moeder ook. Die gromde als een tijger als Dafne in de buurt kwam. Op een dag is mijn moeder vertrokken met de kleintjes. Wat er gebeurd is wil ze niet zeggen. Maar alle poesjes zijn omgekomen.

'Wat zielig' roept Dappere Dodo. En je moeder? Die is gaan zwerven door de polder. Ze werd brood en broodmager. Op een dag liep ze hier weer in de buurt en toen heet Dafne iedere dag eten en drinken in het weiland neergezet.

En daar kwam Grijze Kat ook weer op af. Die zwierf ook voortdurend in de buurt rond. Hij kwam iedere ochtend een hapje mee-eten en zo hebben Rode Poes en Grijze Kat weer verkering gekregen.

Mijn moeder ging zich heel langzaam een beetje veilig voelen. Tegen de tijd dat wij geboren moesten worden heeft ze een plekje opgezocht in een schuurtje. En daar zijn wij geboren op 17 april 1997. Dafne was erbij en mijn moeder vond dat goed.

De eerste 8 weken hebben we daar gewoond. Het ging heel goed, tot we allemaal ziek werden. Niezen en kuchen. Smerige pillen moesten we slikken. Gadver! Dafne vermaalde ze in melk en die schonk ze in omgekeerde dekseltjes van jampotten. Zo stonden we allemaal op een rij die melk op te likken.


© Copyright Familie Bofkont